Zelfs esthetische chirurgie, is een belangrijke ingreep, die soms kan leiden tot complicaties. Ze zijn zeldzaam en veroorzaken meestal op lange termijn geen problemen, maar men moet er toch van bewust zijn alvorens het plannen van een operatie.
DE LITTEKENS
Elke chirurgische ingreep laat een litteken na, dat is onvermijdelijk en definitief. De heling is een langzaam proces, neemt meerdere maanden alvorens een stabiele, eindelijke toestand te bereiken (tot 3 jaar, meestal 6 tot 12 maanden).
In eerste instantie, is het litteken dun en mooi, “activeert” na ongeveer een maand: het wordt rood en veroorzaakt soms ongemak (jeuk). Deze verschijnselen variëren in intensiteit van de persoon tot persoon. Na deze fase, evolueert het litteken langzaam naar de laatste fase, door afvlakking, versoepeling en het wit worden.
Zolang het litteken rood of roos is, moet ze absoluut worden beschermd tegen blootstelling aan de zon, gezien het risico van mogelijke permanente pigmentatie. Het uiteindelijke uitzicht van een litteken kan nooit worden voorspeld! Sommige zones van het lichaam genezen minder goed, vooral door de spanning die optreedt op het litteken, ongeacht de gebruikte techniek van het hechtingsmateriaal(bijv. de rug).
Elke chirurgische ingreep laat een litteken na, dat is onvermijdelijk en definitief. De heling is een langzaam proces, neemt meerdere maanden alvorens een stabiele, eindelijke toestand te bereiken (tot 3 jaar, meestal 6 tot 12 maanden).
In eerste instantie, is het litteken dun en mooi, “activeert” na ongeveer een maand: het wordt rood en veroorzaakt soms ongemak (jeuk). Deze verschijnselen variëren in intensiteit van de persoon tot persoon. Na deze fase, evolueert het litteken langzaam naar de laatste fase, door afvlakking, versoepeling en het wit worden.
Zolang het litteken rood of roos is, moet ze absoluut worden beschermd tegen blootstelling aan de zon, gezien het risico van mogelijke permanente pigmentatie. Het uiteindelijke uitzicht van een litteken kan nooit worden voorspeld! Sommige zones van het lichaam genezen minder goed, vooral door de spanning die optreedt op het litteken, ongeacht de gebruikte techniek van het hechtingsmateriaal(bijv. de rug).
ALGEMENE RISICO’S
Oedeem (zwelling) en ecchymose (blauwe plekken): goedaardige verschijnselen, bijna constant, maar waarvan het belang onvoorspelbaar is. Verdwijnen spontaan binnen een paar weken.
Hyperpigmentatie, gevolg van blauwe plekken die veel tijd innemen om zich te resorberen, of lokale hyperpigmentatie vlekken die zich kunnen vormen, en meerdere maanden nemen om te verdwijnen. Het is dan ook belangrijk om ze te beschermen tegen de zon, anders kunnen ze aanhouden of zelfs verergeren gedurende een jaar of meer.
Bloedingen, hematoom of seroom: mogelijke verwikkelingen, die soms een herneming van de operatie vereisen (soms dringend) om de bloeding te stoppen of een interne ophoping van bloed (hematoom) of lymfatische uitstorting (seroom) te verwijderen. De behoefte aan bloedtransfusie is zeldzaam.
Infectie: kan variëren van een kleine lokale infectie rond de hechting, en vaak banaal, tot een dermo-hypodermitis en zelfs abcessen (veel zeldzamer, ze vereisen chirurgische drainage of een behandeling met antibiotica. De gevolgen zijn meestal een verbreed litteken. Een zeldzame vorm van infectie is necroserende fasciitis, eist antibiotica behandeling en excisie van geïnfecteerd weefsel.
Gewijzigde gevoeligheid: kleine huid zenuwuiteinden zijn onvermijdelijk afgesneden tijdens een chirurgische ingreep. De persoon kan tijdelijk een vermindering in het gevoel hebben(gevoelloosheid), of zelfs een verhoogde gevoeligheid (hyperesthesie) in het operatiegebied. Daar de hergroei van een zenuw traag is, verdwijnen deze verschijnselen voor de meeste na enkele maanden (3 tot 6 maanden ).
Dehiscentie (opening) van de wond na het lossen van de hechtingen zijn zeldzaam.
Veneuze trombose, longembolie: Na immobilisatie, kan het stagnerende bloed in de aderen van de onderste ledematen leiden tot stolselvorming, vooral op de kuiten. Als een stolsel gevormd wordt, kan hij los komen en "terug" naar het hart keren, waar het geprojecteerd zal worden naar de longvaten: dit is een pulmonaire embolie, een ernstige verwikkeling, soms met dodelijke afloop. Er zijn preventieve maatregelen: vroege mobilisatie na de operatie, steunkousen, profylactische onderhuidse anticoagulantia (injectie), aangepast aan persoonlijke antecedenten.
Huid necrose: afsterven van een deel van de huid door gebrek aan voldoende bloedtoevoer. Zeldzaam, kan optreden na een groot detachement van de huid. Het is duidelijk dat dit bevorderd wordt door actief roken. Kan een nieuwe ingreep vereisen.
Oedeem (zwelling) en ecchymose (blauwe plekken): goedaardige verschijnselen, bijna constant, maar waarvan het belang onvoorspelbaar is. Verdwijnen spontaan binnen een paar weken.
Hyperpigmentatie, gevolg van blauwe plekken die veel tijd innemen om zich te resorberen, of lokale hyperpigmentatie vlekken die zich kunnen vormen, en meerdere maanden nemen om te verdwijnen. Het is dan ook belangrijk om ze te beschermen tegen de zon, anders kunnen ze aanhouden of zelfs verergeren gedurende een jaar of meer.
Bloedingen, hematoom of seroom: mogelijke verwikkelingen, die soms een herneming van de operatie vereisen (soms dringend) om de bloeding te stoppen of een interne ophoping van bloed (hematoom) of lymfatische uitstorting (seroom) te verwijderen. De behoefte aan bloedtransfusie is zeldzaam.
Infectie: kan variëren van een kleine lokale infectie rond de hechting, en vaak banaal, tot een dermo-hypodermitis en zelfs abcessen (veel zeldzamer, ze vereisen chirurgische drainage of een behandeling met antibiotica. De gevolgen zijn meestal een verbreed litteken. Een zeldzame vorm van infectie is necroserende fasciitis, eist antibiotica behandeling en excisie van geïnfecteerd weefsel.
Gewijzigde gevoeligheid: kleine huid zenuwuiteinden zijn onvermijdelijk afgesneden tijdens een chirurgische ingreep. De persoon kan tijdelijk een vermindering in het gevoel hebben(gevoelloosheid), of zelfs een verhoogde gevoeligheid (hyperesthesie) in het operatiegebied. Daar de hergroei van een zenuw traag is, verdwijnen deze verschijnselen voor de meeste na enkele maanden (3 tot 6 maanden ).
Dehiscentie (opening) van de wond na het lossen van de hechtingen zijn zeldzaam.
Veneuze trombose, longembolie: Na immobilisatie, kan het stagnerende bloed in de aderen van de onderste ledematen leiden tot stolselvorming, vooral op de kuiten. Als een stolsel gevormd wordt, kan hij los komen en "terug" naar het hart keren, waar het geprojecteerd zal worden naar de longvaten: dit is een pulmonaire embolie, een ernstige verwikkeling, soms met dodelijke afloop. Er zijn preventieve maatregelen: vroege mobilisatie na de operatie, steunkousen, profylactische onderhuidse anticoagulantia (injectie), aangepast aan persoonlijke antecedenten.
Huid necrose: afsterven van een deel van de huid door gebrek aan voldoende bloedtoevoer. Zeldzaam, kan optreden na een groot detachement van de huid. Het is duidelijk dat dit bevorderd wordt door actief roken. Kan een nieuwe ingreep vereisen.